woensdag 21 mei 2014

Een analogie gebruiken helpt


Wetenschap heeft vaak complexe onderwerpen te communiceren. Vaak gaat het om abstracte, ongrijpbare zaken. Wie heeft er nu ooit broeikasgas gezien, of nano deeltjes. Sommige getallen zijn ook moeilijk te bevatten. Dat China 38 miljoen kubieke meter gas wil importeren uit Rusland zegt met niets, alleen dat het heel veel is. Op het moment dat er bij gegevn wordt dat het 10% van de totale energie vraag van China is (en 16% van de huidige Russische export) begint het een beetje te beklijven.

Daar kan een analogie een handig hulpmiddel. Een analogie is een vergelijking, waarbij je twee zaken met elkaar vergelijkt en die vergelijking neem je als basis voor je verdere redenering. 
Een analogie zorgt ervoor dat dat wat je wilt uitleggen behapbaar wordt voor je publiek, het komt in hun belevingswereld. Analogieën werken ook meer als beeld, veel mensen kunnen met een analogie een begrijpelijk beeld in hun hoofd vormen. Zaak is wel de analogie in de belevingswereld van je publiek te zoeken. Ga niet over voetbal praten als je voor een zaal basisschool docentes zit, of over klassieke muziek bij een groep tieners. De kans is te groot dat je analogie niet tot meer begrip leidt.

Voorbeelden

Laten we werken met wat voorbeelden, om het begrip analogie te verduidelijken.
Op de belgische site thefloorisyours staat een hele mooie analogie om het begrip gaschromatografie uit te leggen.

Stel dat je een mengsel neemt van mannen en vrouwen en je stuurt die door een winkelstraat met enkel klerenwinkels, dan zal je merken dat de mannen eerder uit de straat komen gewandeld dan de vrouwen. De vrouwen blijven ‘kleven’ bij de klerenwinkels.
Stuur je datzelfde mengsel door een straat met enkel Hightech gadget-winkels. Dan zal je merken dat de vrouwen er eerder uitkomen dan de mannen. De mannen blijven dit keer ‘kleven’. Op die manier kan je door de winkels in de straat te variëren bepaalde elementen eerst uit complexe mengsels laten komen zodat je de componenten gemakkelijk afzonderlijk kan analyseren.

Stroom is voor veel mensen ook een lastig begrip, terwijl water tastbaar en zichtbaar is en daarmee concreter. Stromend water vormt daarmee een goede analogie voor elektrische stroom. De elektrische stroomsterkte kun je dan vergelijken met de hoeveelheid water die stroomt (niet de snelheid of ‘kracht’ van het water). Het voltage staat dan voor het hoogteverschil tussen de beide punten waar het water stroomt (zijn ze even hoog dan stroom er geen water). En de elektrische weerstand kun je vergelijken met de weerstand die het water ondervindt van de bedding en bijvoorbeeld vernauwingen waar het door stroomt.

Getallen

Bij getallen kun je ook veel analogieën gebruiken. Een mooi voorbeeld daarvan is te zien in de video taste the waste die in opdracht van WWF en UNEP is gemaakt. De film gaat over voedselverspilling, en de hoeveelheid water die daarmee ook verloren gaat. Als je een appel weggooit, verspil je ook veel water wat het gekost heeft om die appel te groeien. Een appel kost dan even veel water als zeven keer de toilet doorspoelen. Een broodje hamburger kost maar liefst 16 badkuipen aan water (2400 liter).  De hele voedselverspilling kost dan evenveel water als de jaarlijkse waterafvoer van de Mississippi rivier. Nu heb ik deze rivier nog nooit live mogen aanschouwen, maar door de voorafgaande voorbeelden krijg ik wel gevoel bij de hoeveelheden (heel veel).

Organisatie

Ook complexe situaties in een organisatie zijn goed uit te leggen met analogieën. Voor samenwerking kies ik vaak de vergelijking met een orkest. Daarin speelt iedereen zijn eigen partij, maar samen maken ze een mooi muziekstuk en de dirigent heeft de rol van werkverdeling (de manager). Maar ook de sport biedt hier mogelijkheden. Een voetbalteam wat alleen kan presteren als iedereen zijn rol en verantwoordelijkheid neemt, (individueel verantwoordelijk voor gezamenlijk resultaat).
Maar ook binnen de sport zelf staat het bol van analogieën, de diesel voor een wielrenner die stug doorfietst, de stofzuiger voor de voetbalverdediger die alle ballen weghaalt.
Lastig?
Een goede analogie bedenken lijkt soms lastig, maar valt vaak mee. Probeer je eigen onderzoek maar uit te leggen aan je ouders of je partner. Dan zul je merken dat je al snel gebruik maakt van analogieën. Zelf werk ik graag met spreekwoorden, maar in een internationale context is dat lastig, omdat spreekwoorden heel cultureel verankerd zijn. Beelddenkers zijn in het voordeel, zijn zetten allerlei termen meteen om in concrete beelden in hun hoofd, en hebben daarmee al snel een analogie in hun hoofd. Laatste voorbeeld: een stadsinfarct, een centrum wat compleet vastloopt in het verkeer, de analogie met hartinfarct is snel gelegd. De pers pakt het gretig op, het publiek heeft er een goed beeld bij.
De stap van analogie naar infographic is relatief klein, dus de volgende blog gaat over infographics.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten