Een maandje
terug was er op het LinkedIn
platform Wetenschapscommunicatie een interessant discussie over welke
publicaties nu hand-on informatie geven voor wetenschappers om communicatie ter
hand te nemen. Vaak komt het ter sprake vanuit de wens om het onderzoek te
presenteren, maar steeds vaker worden wetenschappers ook betrokken bij
maatschappelijke discussies die hun onderzoek (zijdelings) raken.
De diverse
collega’s gaven tips door, sommige bekend, andere nieuw.
Een bekende en
betrouwbare bron voor wetenschappers en de omgang met media wordt gevormd door
de NWO mediagids.
Deze gids is gratis digitaal verkrijgbaar en vormt een goede basis. Omdat de
gids uit 2004 komt, wordt er niets gezegd over de social media. Dit vormt
vandaag de dag natuurlijk een belangrijk element in de communicatiemix, maar
desalniettemin vormt de NWO mediagids nog steeds een goede basis de
wetenschapper die plannen heeft zijn onderzoek met een breder publiek te delen.
Het boekje ‘ prepare
for 15 seconds of fame’ van Fred Balvert, Marcel Hulspas en Souad Zgaoui is
net op de markt. In dit Engelstalige boekje een compact overzicht van de media
wereld. Het is opgedeeld in aparte delen, waarvan het tweede deel meer
praktisch van aard is en bedoeld om je communicatie vorm te geven. Deel 1 biedt
meer achtergrond informatie en deel 3 gaat dieper in op social media. De
handigste tip uit het boekje is; zoek contact met de persvoorlichter of communicatie
adviseur van je instituut. Die heeft de inhoud van dit boekje in zijn
standaardrepertoire zitten. Mocht je echter die twee niet beschikbaar hebben,
dan biedt dit boekje een bruikbaar kader voor je stappen in de communicatie.
De publicatie ‘Wetenschappers
in beeld’ van Jeanine de Bruin en
Lennart Wesel is ook net op de markt. Dit boekje is niet alleen nuttig voor
wetenschappers die een stap in hun communicatie willen zetten, het is ook een
helder en duidelijk boekje voor communicatie professionals die met
wetenschappers (gaan) werken. Het hoofdstuk (3) over framen en reframen vormt een
goede voorbereiding voor iedere wetenschapper en woordvoerder die in het
publieke domein treedt. Deel 2 gaat in op mediastrategie en imago en biedt
daarmee meer context aan je communicatie stappen. Deel 3 gaat helemaal in op publiek,
waarin het belang van verhalen vertellen (‘stories
are data with a soul’) weer wordt aangestipt (yeah!!, zie ook mijn eersteartikel op deze blog). Deel 4 biedt handleidingen voor video of openbaar
college, voorbereiding op een interview en een stappenplan. Ook hier geldt, de
communicatie adviseur heeft dit allemaal in zijn arsenaal en kan je hierbij
faciliteren.
Natuurlijk
zijn er online ook goede bronnen beschikbaar zoals de American Association for
the Advancement of Science. Ze bieden
journals zoals Science Magazine, maar ook Communicating science: tools for scientists and engineers met workshops en tal van video’s over bijvoorbeeld
doelgroepgericht taalgebruik, ontwikkeling boodschap en andere tools.
Het
Australische Science Media Centre
biedt ervaringen van onderzoekers over omgang met de media per video. Het
onderdeel over social media biedt tal van nuttige tips voor dagelijks egebruik,
maar bijvoorbeeld ook tijdens een congres. Australia biedt meer interessante
Wetenschapscommunicatie sites zoals RiAus
(nationale wetenschapsknooppunt), Sciencerewired
en Australian Science Communicators.
Centre for Science Communication is vanuit Nieuw Zeeland een boeiende bron,
en natuurlijk ook de British Science Association (al lijkt de website niet
helemaal bijgewerkt).
In België is het
expertisecentrum wetenschapscommunciatie en
Duitsland biedt het Stifterverband
für die Deutsche Wissenschaft. Voor ieder wat wils.